Alle verhalen over de haarman komen uit verschillende orale tradities. Ze beweren niet dat ze echte gebeurtenissen en realistische omstandigheden of hedendaagse historische contexten weergeven. Over de oorsprong van deze spookachtige figuur wordt het volgende verteld:
"Er was eens een herbergier in Drewer. Als zijn gasten te veel hadden gedronken in de herberg, lokte hij ze vaak 's avonds laat naar zijn kelder, die hij had ingericht als "gokhol". Daar bedroog hij hen met verboden kaart- en dobbelspelletjes en haalde hij het laatste geld uit hun zakken.
Maar al snel werden deze clandestiene machinaties bekend. Een priester uit het naburige dorp probeerde een einde te maken aan de verwerpelijke praktijken en dreigde de onbuigzame landheer dat hij na zijn dood geen vrede met God zou vinden en tot in de eeuwigheid rusteloos langs de Haarstrang zou moeten zwerven. In de gedaante van de haarman moest de herbergier na zijn dood boeten voor zijn wandaden en de mensen van de Haarstrang herinneren aan de gevolgen van zijn ooit zondige levenswijze met griezelige en mysterieuze ontmoetingen, gemene pesterijen of grove streken.
Een boer rapporteerde bijvoorbeeld:
"... Opeens Werden de paarden onrustig en wilden niet meer vooruit. Midden op de weg voor hen stond de man met het kleine haar. Hij had een lange zwarte baard en droeg een kleine jas met een capuchon. Zijn ogen schitterden als gloeiende kolen. Met een machtige sprong sprong hij plotseling tussen de paarden, rende lang de dissel en ging naast de geschrokken voerman op de bok zitten. Hij kon de wilde dieren nauwelijks bedwingen..."